Uw algemene voorwaarden buiten spel?


 

Beide partijen beroepen zich op hun eigen (onverenigbare) algemene voorwaarden: de wetgever kiest voor de knock-out rule


Iedere ondernemer zal zich vroeg of laat beroepen op zijn algemene voorwaarden.

Dat kan om velerlei redenen: het vorderen van een schadevergoeding van een klant die laattijdig betaalde of wegens verbreking van de overeenkomst,  om een prijsheronderhandeling af te dwingen in geval van onvoorzienbare omstandigheden (bv. wanneer productiekosten de hoogte in schieten door schaarste), …

Maar wat gebeurt er als uw contractspartij in zijn algemene voorwaarden net een andere regeling heeft opgenomen (bijvoorbeeld zij sluit een prijsherziening omwille van onvoorzienbare omstandigheden net uit).

Kan u zich dan nog beroepen op uw eigen algemene voorwaarden?

 

Battle of the forms

Wanneer beide ondernemingen zich in een discussie beroepen op hun eigen algemene voorwaarden, en deze tegenstrijdig zijn, spreken we van “the battle of the forms”.

Vele ondernemers proberen deze discussie in hun algemene voorwaarden op te vangen met een bepaling in volgende zin: “Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing met uitsluiting van de algemene voorwaarden van de klant, ook als deze van een latere datum zijn.”

Algemene voorwaarden bevatten standaardbedingen die door een onderneming éénzijdig zijn opgesteld met als doel deze op regelmatige basis in commerciële transacties te gebruiken en om hun bestaande overeenkomsten verder aan te vullen.

Opdat uw algemene voorwaarden van toepassing zijn, zullen ze door uw contractspartij gekend en aanvaard moeten worden. Deze aanvaarding kan uitdrukkelijk gebeuren (door ondertekening), dan wel stilzwijgend (wanneer er een reële mogelijkheid tot kennisname werd aangeboden, doch dit laatste enkel in B2B relaties).

De praktijk leert ons dat ondernemingen hun eigen algemene voorwaarden al snel als ‘aanvaard’ beschouwen.

Dit kan problematisch zijn wanneer twee contractspartijen in de veronderstelling zijn dat hun algemene voorwaarden van toepassing zijn en de zaken mislopen.

 

Verschillende oplossingen zijn mogelijk

Welke algemene voorwaarden hebben in dat geval voorrang?

Het oud Burgerlijk Wetboek gaf geen antwoord op deze vraag, wat in de rechtspraak en rechtsleer dan ook heeft geleid tot zeer uiteenlopende theorieën:

  • De “First shot rule”: Deze regel stelt dat de algemene voorwaarden van de partij die ze als eerste heeft overgemaakt van toepassing zijn.

  • De “Last shot rule”: Dit houdt dan weer in dat de algemene voorwaarden van de partij die ze als laatste heeft overgemaakt van toepassing zijn.

  • De “Knock-out rule”: Deze theorie stelt ten slotte dat beide algemene voorwaarden van toepassing zijn in de mate dat ze verenigbaar zijn. De tegenstrijdige bepalingen worden dan buiten toepassing gelaten en ‘vervangen’ door het gemeen verbintenissenrecht.   

Aangezien de verschillende theorieën een verschillende uitkomst hebben en er geen eenduidige voorkeur was voor een bepaalde regel, was er uiteraard grote rechtsonzekerheid en uiteenlopende rechtspraak. Dit moet evenwel enigszins genuanceerd worden nu de rechtspraak de laatste jaren doorgaans meer en meer de “knock-out rule” verkiest.

 

Controverse beslecht door de wetgever

Ook de wetgever heeft deze evolutie vastgesteld en heeft met de invoering van Boek 5 van het Nieuw Burgerlijk Wetboek gekozen om de meerderheidsopvatting te volgen.

In artikel 5.23, derde lid van het (Nieuw) Burgerlijk Wetboek staat nu duidelijk opgenomen dat de overeenkomst niettemin tot stand komt, ook wanneer verwezen wordt naar verschillende algemene voorwaarden. Beide algemene voorwaarden maken dan deel uit van de overeenkomst, met uitzondering van de onverenigbare bedingen.

Dit betekent bijvoorbeeld dat wanneer uw algemene voorwaarden bepalen dat bij onvoorziene omstandigheden, de prijs kan worden heronderhandeld en de algemene voorwaarden van uw contractspartij dergelijke heronderhandeling uitsluit, deze conflicterende bedingen voor ongeschreven gehouden worden.

Om tot een oplossing te komen zullen de contractspartijen moeten kijken naar wat de toepasselijke wetgeving zegt over onvoorziene omstandigheden.

 

Voor welke contracten geldt dit? 

De nieuwe regeling geldt voor contracten die werden afgesloten na de inwerkingtreding van boek 5 van het (nieuw) Burgerlijk Wetboek, zijnde 1 januari 2023. Contracten afgesloten vóór 1 januari 2023 blijven in principe onderworpen aan de regels van het oud Burgerlijk Wetboek (en dus de verschillende theorieën, al zal ook in dat geval de knock-out rule wellicht meer en meer de regel worden).

 

Zijn er uitzonderingen mogelijk?

Wilt u vermijden dat deze regel wordt toegepast op uw toekomstige overeenkomsten, dan kan u hierop anticiperen. Het vierde lid van artikel 5.23 (Nieuw) Burgerlijk Wetboek bepaalt immers dat het mogelijk is om hiervan af te wijken door dit uitdrukkelijk en voorafgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst kenbaar te maken.

Dit kan door bijvoorbeeld een clausule in de bijzondere voorwaarden van het aanbod of aanvaarding op te nemen waarin u stelt dat u niet gebonden wil zijn door de overeenkomst indien uw algemene voorwaarden niet integraal zouden gelden. Omdat de bijzondere voorwaarden onderhandeld zijn, prevaleren ze altijd op de algemene voorwaarden wanneer ze tegenstrijdigheden vertonen. U kan niet in de algemene voorwaarden zelf van deze regel afwijken.

Let daarbij wel op: Vaak wordt er reeds een begin van uitvoering aan de overeenkomst gegeven vóór een definitief akkoord bereikt is. Indien er over de toepassing van de algemene voorwaarden uiteindelijk geen akkoord kan worden bereikt, kan de overeenkomst wegens gebrek aan toestemming worden vernietigd en kunnen de geleverde prestaties het voorwerp uitmaken van teruggave.


6-7-2023 Deze nieuwsbrief is louter informatief en dient niet beschouwd te worden als een juridisch advies. Voor uw vragen of een juridisch advies kan u contact opnemen met ons kantoor.


Op de hoogte blijven? Volg ons op Linkedin

Geert Reniers - vennoot

Contracten- en ondernemingsrecht

Lien Beckers - advocaat

Contracten- en ondernemingsrecht

Ine Coumans - advocaat

Vastgoed en ondernemingsrecht