Mijn werknemer keert terug van een opdracht uit buitenland


De maatregelen tegen de bestrijding van COVID-19 wijzigen voortdurend. De verschillende overheden trachten via een arsenaal aan maatregelen het hardnekkige virus onder controle te brengen, en zo te verhinderen dat ons systeem van gezondheidszorg zou over kop gaan.

Het is echter een uitdaging om door het bos de bomen nog te zien. Zo ook voor werkgevers die hun medewerkers een opdracht laten uitvoeren in het buitenland (voor zover telewerk hiervoor onmogelijk is).


1.     Mag ik medewerkers nog naar het buitenland sturen?

Het antwoord hierop is te vinden in het intussen al wel gekende ‘corona-MB’ van 28.10.2020 (recent nog gewijzigd op 1.11.2020).

Dezelfde principes gelden als voor eender welke plaats waar personeel wordt tewerkgesteld: is telethuiswerk onmogelijk, dan kan het, op voorwaarde dat de maatregelen worden genomen om de maximale naleving van de regels van social distancing te garanderen (in essentiële sectoren gelden deze maatregelen in de mate van het mogelijke). Ook kan best een attest of ander bewijsmiddel worden afgeleverd om de noodzaak van de aanwezigheid op de werkplaats te bevestigen.(1)

Een reisverbod bestaat op dit ogenblik niet, ook niet voor professionele verplaatsingen. Een inreisverbod voor de plaats van bestemming of bijzondere verplichtingen die worden opgelegd door het andere land, zijn wel mogelijk).

 

2.     Kunnen mijn medewerkers zonder problemen terugkeren?

Dat hangt af van de duur van het verblijf in het buitenland, de kleur van de zone én het transportmiddel.

Volgens het corona-MB is de basisregel dat alle reizigers (professioneel of privé) ten vroegste 48 voor de aankomst in België, het Passagier Lokalisatie Formulier (PLF) moeten invullen (https://www.info-coronavirus.be/nl/plf/).

Leeft men deze verplichting niet na, dan kan via de wet op de civiele veiligheid van 15.05.2007 een gevangenisstraf (!) en/of een geldboete worden opgelegd. Ook kunnen gemeentelijke administratieve sancties (GAS-boetes) worden opgelegd.

 

48 uur of minder in het buitenland of in België

 Bij een verblijf van 48 uur of minder in het buitenland zonder tussenkomst van een lucht- of zee-vervoerder naar België, is men vrijgesteld van de PLF-verplichting.

Langer dan 48 uur

Bij een verblijf in het buitenland van meer dan 48 uur, is elke persoon die terugkeert uit het buitenland, ongeacht het transportmiddel ,verplicht om 48 uur voor de aankomst in België het Passagier Lokalisatie Formulier (PLF) in te vullen.

Welk transportmiddel daarbij wordt gebruikt is van geen belang. Is de terugkeer naar België van zeer beperkte duur (48 uur of minder), dan vervalt de verplichting.

 

Langer dan 48 uur in een rode zone

Bij een langer verblijf in een rode zone, moet een quarantaineperiode gerespecteerd worden. Die bedraagt vandaag 10 dagen (gevolgd door een periode van 4 dagen verhoogde waakzaamheid).

 Op basis van het ingevulde PLF zal de betrokken persoon via sms op de hoogte gebracht worden of hij/zij in quarantaine moet.

Bij terugkeer uit een rode zone is deze quarantaine verplicht bij ontvangst van de sms. Bij terugkeer uit andere zone’s kan de sms eerder beschouwd worden als een aanbeveling. Of ook een test moet plaatsvinden, is afhankelijk van de teststrategie die wordt gevolgd (2).

Bij terugkeer naar België worden werknemers die meer dan 48 uur in het buitenland verbleven, in een land dat als een rode zone staat gedefinieerd, beschouwd als “hoogrisicocontacten”. Dit betekent concreet dat ze in principe verplicht in quarantaine moeten. De quarantaineperiode bedraagt 10 dagen.

Zie ook: https://www.zorg-en-gezondheid.be/contactpersonen-en-reizigers
https://www.zorg-en-gezondheid.be/wanneer-en-waar-testen-op-covid-19

 

Het wetgevend arsenaal dat aan de basis ligt van deze maatregelen, blinkt helaas niet altijd uit aan duidelijkheid.

Voor Vlaanderen verwijst de FAQ op de website www.info-coronavirus.be als basis naar het Decreet van 21.11.2013 betreffende het preventieve  gezondheidsbeleid (3) (de andere regio’s hebben afzonderlijke maar gelijkaardige regelingen).

Dit Decreet bepaalt onder meer dat elk van ons een individuele verantwoordelijkheid heeft ten opzichte van zijn eigen gezondheid en dat van zijn medemens, die inhoudt dat veiligheidsvoorschriften in acht worden genomen. Ook heeft iedere persoon volgens het decreet de verplichting om zich te onderwerpen aan een tussenkomst van preventieve gezondheidszorg die noodzakelijk is om de gezondheid van andere personen niet in het gevaar te brengen.

Op basis van dit Decreet kunnen ambtenaren-artsen van het Vlaams Agentschap voor Zorg en Gezondheid aan personen die aangetast zijn door een infectie en een bijzonder gevaar van besmetting vormen voor andere personen zijn, het bevel geven tot tijdelijke afzondering tot het moment waarop de persoon in kwestie niet meer besmettelijk is.

Bijkomend werd in het kader van de huidige pandemie in juli van dit jaar de bevoegdheid gegeven aan deze ambtenaren-artsen om eenzelfde bevel te geven aan personen die (nog) niet aangetast zijn door de infectie, maar een verhoogd risico vormen om de infectie op te lopen.

Onder deze laatste categorie rekent men o.a. personen die verbleven in een rode zone. Personen die een rode zone bezocht hebben, worden beschouwd als “hoogrisicocontact”(4).

Volgens het Decreet is een bevel tot tijdelijke afzondering evenwel slechts mogelijk na overleg tussen de ambtenaar-arts en de behandelende geneesheer en na schriftelijke mededeling met mondelinge toelichting. De betrokkene kan beroep aantekenen tegen de beslissing van de ambtenaar-arts. Deze bepalingen werden niet aangepast naar aanleiding van de huidige pandemie.

 Een wettelijke of werkelijke basis voor een algemene quarantaineverplichting kunnen we hier dus niet in vinden.

 

3.     Ben ik als werkgever verantwoordelijk voor het naleven van deze maatregelen door mijn personeelsleden?

 

Inderdaad.

Naast uw verantwoordelijkheid als werkgever voor het welzijn van uw werknemers en uw daaruit voortvloeiende verplichtingen, legt het corona-MB u maatregelen op wanneer telethuiswerk onmogelijk is. Daarbij wordt uitdrukkelijk gesteld dat u passende maatregelen moet nemen. Deze staan vermeld in ‘De Generieke gids op de verspreiding van COVID-19 op het werk tegen te gaan’, en wordt ter beschikking gesteld op de website van de FOD WASO én aangevuld met richtlijnen op sectoraal en/of ondernemingsniveau.

De Generieke Gids (in de huidige vorm) verwijst naar de regels inzake quarantaine (preventief) en isolatie (na positieve test) zoals ze bestaan voor bepaalde situaties, zoals voor een terugkeer uit rode zones, na contact met coronapositieve personen op het werk of thuis enz.

De juridische basis voor de regels die een werkgever moet naleven is wel duidelijk, in tegenstelling tot de juridische basis voor de burger in het algemeen.

Hieruit volgt o.i. een controleplicht voor de werkgever.

Ook de sancties zijn duidelijk opgenomen in het corona-MB met verwijzing naar een (nieuw) artikel in het Sociaal Strafwetboek. Bij niet-naleving riskeren de werkgever, zijn aangestelden of lasthebbers, een strafrechtelijke geldboete (tussen 400 en 4.000 EUR) of een administratieve geldboete (tussen 200 en 2.000 EUR). Deze geldboetes worden vermenigvuldigd met het aantal betrokken werknemers (maximaal x 100). Ook de Welzijnswetgeving is hier van toepassing en de niet-naleving ervan kan ook via het Sociaal Strafwetboek gesanctioneerd worden.


Datum: 27 november 2020. Deze nieuwsbrief en de bijhorende documenten zijn louter informatief en dienen niet beschouwd te worden als een juridisch advies.


(1) Al kan de vraag gesteld worden of deze maatregel niet territoriaal beperkt is tot werkplaatsen op het Belgisch grondgebied.

(2) Tot voor kort was dit enkel bij symptomen het geval. Vanaf 23.11.2020 worden terug alle asymptomatische hoogrisicocontacten getest op dag 7 na het risicocontact. In geval van positieve test, wordt een (zelf)isolatie van 7 dagen opgelegd en dit vanaf de aanvang van de symptomen gevolgd door 7 dagen van extra waakzaamheid

(3) Decreet van 21 november 2013 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid, BS 3 februari 2004.

(4)  http://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1581631

Tom Arts - vennootarbeids- en sociale zekerheidsrecht (m.i.v. sportrecht) zekerheidsrechten en financieel recht ondernemingen in moeilijkheden en insolventierecht

Tom Arts - vennoot

arbeids- en sociale zekerheidsrecht (m.i.v. sportrecht)
zekerheidsrechten en financieel recht
ondernemingen in moeilijkheden en insolventierecht

Sabrina Fiorelli - vennootarbeids- en sociale zekerheidsrecht

Sabrina Fiorelli - vennoot

arbeids- en sociale zekerheidsrecht

Stijn Theunis - advocaatArbeids- en socialezekerheidsrecht

Stijn Theunis - advocaat

Arbeids- en socialezekerheidsrecht

Lore Claes - advocaatArbeids- en socialezekerheidsrecht

Lore Claes - advocaat

Arbeids- en socialezekerheidsrecht